Intrinsieke motivatie

Zicht op motivatie

Wij, vertegenwoordigers vanuit het onderwijs, de wetenschap en het bedrijfsleven, hebben ons de vraag gesteld “Waarmee kunnen wij gezamenlijk een bijdrage leveren aan de hoogst noodzakelijke bezinning op de kwestie die voorafgaat aan het doel van elk onderwijsbeleid en die bijdraagt aan het succes van alle leerlingen en studenten: het serieus nemen en het bevorderen van hun intrinsieke motivatie?”

Die bezinning vindt niet alleen plaats in de onderwijsinstellingen, maar ook in de wetenschap en (actueel) in de politiek, er komen zelfs landelijke normen voor. Immers, uitval is een groot probleem: de maatschappelijke kosten zijn hoog, voor de instellingen die erop worden aangekeken, en – het belangrijkste – voor de leerlingen en studenten zelf. Voor veel jonge mensen aan de vooravond van hun loopbaan, is het gevoel verloren te raken, zelfs te falen, diep ingrijpend. Want niet wat je niét kunt, geeft energie, maar wat je wél kunt: daarin worden talenten aangesproken en passie beleefd. ‘t Goede nieuws is dat we de individuele intrinsieke motivatie van ieder mens in kaart kunnen brengen. Het resultaat is zo concreet dat je het kunt gebruiken als basis voor talentontwikkeling en voor succesvolle keuzes van studie, beroep en loopbaan, in arbeid en vrije tijd. Motivatie is daarin ook geen statisch gegeven: opvoeding, het onderwijs en adequate begeleiding kunnen helpen die te ontwikkelen en de persoon te laten vormen die uiteindelijk zelf de regie over zijn of haar eigen leven voert.

Leidraad voor onderwijs

“De leerling/student staat centraal” is een veel geciteerde stelling. Hoe dat vorm wordt gegeven is afhankelijk van ouders en docenten. Ouders zijn al vroeg verantwoordelijk voor de begeleiding van hun kind in het ontdekken en ontwikkelen van motivatie. De rol van docenten blijkt van grote invloed, en ook oudere medeleerlingen en -studenten kunnen coachen. Beroepsbeoefenaren kunnen helpen om leerlingen/studenten voor te bereiden op een meer dan onzekere toekomst waarin motivatie richting en zekerheid biedt. School kan veel betekenen, ook buiten de gebruikelijke tijden en aanpak.

Niemand van ons hoeft erg ver te kijken om leerlingen te zien waar het mis is gegaan. Die te vroeg hebben moeten kiezen zonder kans op herstel. Die hun school als een gevangenis hebben ervaren. Die als een nummer werden behandeld. Daarom is een goed, tijdig zicht op wat de leerling/student drijft, wat hun nieuwsgierigheid prikkelt, van levensbelang. Hoe natuurlijk ook, dit gaat niet vanzelf. Elke docent wil voor iedere leerling het beste. ‘Alles mag je hier worden. Behalve ongelukkig. Beloofd?’ Maar wat intuïtief ‘leuk’ lijkt hoeft niet te leiden tot juiste keuzes. Wanneer je je bewust bent wat je innerlijk motiveert, door reflectie op ervaringen en toetsen van voorkeuren, kun je gerichte keuzes maken. Het halen van een diploma is belangrijk. Je hart leggen in de opleiding van je keuze brengt je verder vooruit. Hiervoor is meer nodig dan onderwijzen van vakken. Het gaat om het begeleiden bij het ontdekken, ontwikkelen en benutten van kwaliteiten en motivatie. Intrinsieke motivatie kan dan de leidraad zijn in de hele onderwijskolom.

Werkplaats voor het leven

Veel onderwijsbeleid begint aan de achterkant van het traject: doelen en diploma’s, met dienovereenkomstige eisen aan kwaliteit. Gezien vanuit de persoon van de leerling en de student dient de focus verlegd naar zijn/haar kansen en mogelijkheden en verwachtingen in de wereld om hem/haar heen, als scholing voor het leven. Gelukkig zien we die aandacht in het beleid wel verschuiven. (On-)gelijke kansen en het belang van loopbaanoriëntatie en –begeleiding staan volop in de belangstelling, en terecht! Dit laat zien dat de vormende kant van onderwijs en de afstemming op de leerling/student zelf, meer dan alleen diens bijdrage aan het onderwijs als product, weer een item is. Er wordt zelfs al gewerkt aan eisen aan de landelijke normen voor loopbaanbegeleiding, studievoorlichting en studiekeuze-activiteiten. Wij bepleiten de basis hiervoor te leggen in de integratie van intrinsieke motivatie door de hele school- en studieloopbaan heen, en daarvoor ruimte te scheppen, experimenteel en structureel. Om te zorgen dat intrinsieke motivatie een daadwerkelijke parameter voor goede kwaliteit van onderwijs wordt moet kennis van de intrinsieke motivatie van alle leerlingen en studenten worden gestimuleerd. De daarvoor noodzakelijke expertise is voorhanden maar kan en moet beter en breder ontsloten worden. Veel leerlingen en studenten blijken nu al beter af te zijn bij instellingen die vanuit die visie en ervaring werken. Daarin zien we onderwijs als werkplaats voor de toekomst, oefenplaats voor samenleven.

Bouwstenen voor consensus

Met intrinsieke motivatie bedoelen we de combinatie van drijfveren, interesses en talenten. De term intrinsieke motivatie an sich zal niet direct begrepen worden door leerlingen, studenten of werkenden. Maar bij alle aandacht voor prestatie, productie, rendement, is intrinsieke motivatie de bepalende onderliggende factor.

Uitgangspunten bij het bevorderen van intrinsieke motivatie:

  1. Ieder mens beschikt over intrinsieke motivatie.
  2. De meeste leerlingen en volwassenen zijn zich niet bewust van hun eigen specifieke intrinsieke motivatie.
  1. Ieder mens vindt voldoening in het handelen naar zijn centrale motieven/drijfveren.
  2. Het zoeken en vinden, exploreren en exploiteren van motivatie veronderstelt relatie.
  3. Leerlingen, studenten, werkenden ontwikkelen zich optimaal indien zij kunnen leren over de onderwerpen die hen echt boeien, onder hen motiverende omstandigheden.
  4. Leerlingen/studenten leren van docenten wier pedagogisch-didactische stijl aansluit bij hun intrinsieke motivatie, met ‘n beroep op onafhankelijkheid en zelfstandigheid.
  5. Wat voor leerlingen, studenten en werkenden geldt, geldt mutatis mutandis ook voor medeleerlingen, medestudenten, collega’s, medewerkers en leidinggevenden.
  6. In onderwijs, studie als ook de werksituatie is het derhalve van belang dat leerlingen, studenten en werkenden in staat gesteld worden hun intrinsieke motivatie te vinden.
  7. Kennis, gebruik en de inzet van intrinsieke motivatie zijn van vitaal belang voor goed onderwijs.

 

Actiepunten voor het centraal stellen van intrinsieke motivatie bij het optimaal kunnen kiezen van de juiste beroepsrichting en meest relevante opleiding:

  • Investeer meer financiële middelen in Loopbaanontwikkeling en Studiekeuze en focus op intrinsieke motivatie; die investering verdient zichzelf terug door minder uitval.
  • Agendeer intrinsieke motivatie op de politieke (onderwijs) agenda
  • Zet expertise omtrent kennis van intrinsieke motivatie in het onderwijs beter in zodat er binnen de onderwijsinstelling ruimte komt om meer te differentiëren in de doceerstijl waardoor een daadwerkelijke cultuurverandering wordt gerealiseerd.
  • Integreer intrinsieke motivatie in het curriculum van de lerarenopleidingen.
  • Gebruik intrinsieke motivatie als leidraad voor de gehele onderwijskolom; begin in het Basisonderwijs met intrinsieke motivatie als basis voor persoonlijke ontwikkeling. Zet die lijn door in al het Voortgezet Onderwijs voor Loopbaanontwikkeling en laat sector-, studiekeuze en invulling van het curriculum in het MBO en Hoger Onderwijs vanuit de intrinsieke motivatie van de student plaats vinden.
  • Laat leerlingen/studenten hun intrinsieke motivatie ontdekken door de activiteiten die zij in het verleden zelf gemotiveerd hebben gedaan te analyseren en door ervaring op te doen in de beroepspraktijk; creëer structureel ruimte in elk leerjaar om met hun intrinsieke motivatie te experimenteren.
  • Investeer in ‘warme’ overdracht van leerlingen/studenten tussen de onderwijskolommen.
  • Het persoonlijk begeleiden van leerlingen/studenten is onlosmakelijk verbonden aan de rol van iedere docent; daarnaast kunnen er ook specialisten zijn binnen het onderwijs zoals Decanen, Loopbaanontwikkelaars en Studieloopbaanbegeleiders.

 

Ondergetekenden gaan zich inzetten – samen, maar ook ieder in zijn of haar eigen organisatie of invloedsfeer – om de intrinsieke motivatie van leerlingen, studenten en medewerkers als uitgangspunt te nemen bij de ontwikkelen en het gebruik van talenten bij het kiezen van opleidingsloopbaan en het aanbieden van onderwijs.

Wij nodigen u uit om contact met ons op te nemen en met ons mee te denken over de manier waarop wij het bovenstaande kunnen realiseren.

Voorzitter bestuur – Stichting Emergo
Initiatiefnemer Consensus Groep

Mede-eigenaar – Stichting MotivatieMatch
Initiatiefnemer Consensus Groep

Oprichter – VMBO On Stage

Voorzitter van het College van Bestuur van stichting PCOU/Willibrord

Hoogleraar – Open Universiteit

Directeur – Loopbaangroep

Initiator en drijvende kracht – Peer2Peer education

Voorzitter College van Bestuur – Fontys Hogescholen

Decanaat, HAVO/VWO – NVS-NVL

Directeur, trainer, opleider – Novilo Talentbegeleiding

Met onderstaande knop kunt u het Consensus document downloaden als PDF

Consensus document